Een Turbo is een prachtige uitvinding. Veelal gebruikt om meer vermogen te verkrijgen, maar (theoretisch) ook om brandstof mee te besparen. Maar je moet er mee weten om te gaan. Een turbo draait zeer hoge toerentallen (in sommige uitvoeringen > 100.000 omw./min) en is zeer fijn gelagerd. Je begrijpt dus dat smering van de turbo van uitermate groot belang is.
Voor de levensduur van een turbo is het daarom belangrijk dat de turbo pas echt gebruikt wordt als de motorolie de lagers van de turbo bereikt hebben. En dat kan wel eens een tijdje duren. Rustig warm rijden dus.
Een tweede punt is dat een turbo erg heet kan worden. Als je na een lange snelle rit thuiskomt, de turbo staat roodgloeiend en je zet de motor af, dan stopt de motoroliestroom. De in de turbo(lagers) aanwezige olie kan dan verbranden, aankoeken en bij een volgende rit een goede smering gaan verhinderen. Dit gebeurt natuurlijk niet in een keer maar gaat geleidelijk. Na zo'n snelle rit is het dus van belang de motor onbelast nog even te laten draaien, zodat de turbo af kan koelen en de oliestroom nog even op gang blijft.
Als je je aan de regels houdt, is de levensduur echt geen probleem. Ik ken diverse R5 GT Turbo en R11 Turbo rijders die meer dan 300.000 km met hetzelfde motorblok met dezelfde turbo gereden hebben. Ook de R21 haalt met gemak, mits goed behandeld, zeer hoge kilometerstanden.
(zelf heb ik overigens (nog) geen turbo ervaringen

)