Na een vernieuwingsronde in de kleinere MPV-segmenten heeft Renault zich weer bekommerd om de ruimteauto waarmee het allemaal begon. Natuurlijk hebben we ’t over de Espace die in een licht gewijzigde gedaante en met een nog uitgebreider dieselaanbod sinds 24 maart te koop is. We reden de nieuwe 2.0 dCi in zijn krachtigste vorm.
Al snel zijn we erachter dat deze nieuwe 2.0 dCi de 3.0 dCi V6 overbodig maakt. De 2,0 liter common-raildiesel met 175 pk en 360 Nm presteert zo soepel en zo stil dat je geen moment naar twee extra cilinders, 5 pk extra en 40 Nm meer koppel verlangt. Renault denkt daar anders over, en gelooft dat er zeker publiek is voor de grootste diesel, levensgenieters die per sé een V6 willen. Daarom wordt de 3.0 dCi aan een nieuwe zestraps automaat gekoppeld, een combinatie die volgens Renault het summum aan comfort biedt. We zijn op pad met de krachtigste 2.0, er is ook nog een 150 pk sterke versie met 340 Nm. Zelfs als we de motor doorhalen tot boven de 5.000 tpm, dit is zo’n diesel die dat kan, blijft het geluid verrassend beschaafd. Sterker nog, je hoort ’m amper. Alleen windgeruis duidt erop dat het hard gaat in de Espace, die we van Parijs richting de Normandische kust sturen. Door de hoge zitpositie hebben we een voortreffelijk uitzicht door de enorme panoramaruit. Ondertussen vragen we ons af hoe het ook alweer zit met de grote ruimteschepen als de Renault Espace, Chrysler Voyager en Toyota Previa. Is dat geen uitstervend ras, door al die uit de kluiten gewassen midi-MPV’s met eveneens plek voor zeven personen, die de afgelopen jaren hard aan marktaandeel gewonnen hebben? Om bij Renault te blijven: de Grand Scénic knaagt wel degelijk aan de basis van de Espace, die er overigens ook nog als Grand Espace is. Bij Renault zien ze ondanks deze lichte vorm van kannibalisme, een toekomst voor de Espace. De grote MPV biedt namelijk meer comfort dan de ruimteconcepten op platforms van compacte middenklassers. Renault is marktleider met de Espace die al ruim 20 jaar meeloopt, in Nederland is het marktaandeel zelfs 28,2 procent in de klase van de full-size MPV’s. Toch volgen de Fransen de ontwikkelingen in het segment van de grote jongens met belangstelling, met name wat Ford gaat doen met de Galaxy en de S-Max die elkaar zeker overlopen wordt de komende maanden in de gaten gehouden.
Prettige afstelling
Ons geheugen is weer opgefrist: een grote MPV als de Espace staat garant voor een zeer comfortabele manier van reizen. De nog altijd fris ogende Renault is vrij soepel geveerd, maar biedt een goede balans tussen vering en demping door de iets steviger afstelling van de laatste. Zo blijft er prima contact met het wegdek en heb je zeker niet het idee ergens tussen het asfalt en de wolken te zweven. De besturing is rond de middenstand wel wat zweverig, maar zodra er serieuze bochten opdoemen, blijkt het systeem voldoende precies. Een van de prettige aspecten van het Espace-stuurwiel is dat het voldoende ver naar de bestuurder toe staat en voor een MPV redelijk vlak ligt. Hellen doet de Espace wel, maar dat is niet hinderlijk. Wat is er eigenlijk nieuw aan het uiterlijk? Een leuke voor een prijsvraag, zoek de tien verschillen tussen de ‘oude’ en de vernieuwde? Zelfs met de persinformatie op schoot wordt het moeilijk om tot tien punten te komen. De grille en de bumper geven de Espace een ander aanzien, waarbij verder de mistlampen meer in het oog springen. En de auto is nu leverbaar met bi-xenonkoplampen die meedraaien in de richting van de voorwielen. Aan de achterzijde zijn de veranderingen nog minder duidelijk zichtbaar, de achterlichten kennen een andere opzet. De facelift van de Espace loopt daarmee in de pas met de modelwijzigingen die de Laguna en de Mégane eerderondergingen. Nog kleiner zijn de veranderingen aan het interieur waarbij vooral de kleurstellingen zijn aangepakt. Wie een Carminat navigatie- en communincatiesysteem bestelt, krijgt een fraai scherm met een zeer duidelijke kaart. Het bedieningspaneel huist achter de versnellingspook. De ronde draaiknop voor de bediening van het multifunctionele systeem met daarom de diverse menuknoppen doen denken aan de layout van Audi’s MMI-bedieningssyteem. Aan de stoelendans die je achterin kunt houden veranderde niets, dat wil zeggen dat je nog altijd naar hartelust kunt variëren met de zitplaatsopstellingen.
Meer diesel dan benzine
We komen nog even terug op de prettige 2.0 dCi-motor Het is een van de vijf zelfontbranders die Renault in de Espace en Grand Espace aanbiedt. Daarmee telt het gamma meer diesels dan benzinemotoren, want er staan alleen een 2.0 16V, een 2.0 16V Turbo en een 3.5 V6 24V op het programma. De basisdiesel beschikt over de oude vertrouwde 1.9 dCi die 120 pk levert en een koppel van 270 Nm. De volgende stap is de nieuwe 2.0 dCi die ook in de Laguna en Mégane leverbaar is. In tegenstelling tot de 1.9 beschikt deze zelfontbrander wel over een roetfilter. Met 150 pk en 340 Nm en een gemiddeld verbruik van 1 op 13,5 in de Espace is het een voor Nederland interessante motorisering. Al hebben we alleen met de 175 pk-versie kunnen rijden, de cijfers beloven ook al prima prestaties voor de 2.0 dCi 150 pk. Zo sprint de MPV met deze krachtbron al in 10,6 seconden van 0 naar 100 km/h. Bovendien kost de ’lichte’ versie al minimaal 45.400 euro. De vernieuwde 3.0 dCi met de zestrapsautomaat komt in juni, maar aan die versie heeft de importeur nog geen prijs kunnen hangen. Wie een van de andere diesels met automaat wil, komt automatisch uit op de oude 2.2 dCi die met 140 pk en een roetfilter alleen met een dergelijke transmissie wordt aangeboden. Tijdelijk levert Renault de Espace tegen meerprijs van 1.295 euro met navigatie, later wordt dat weer de gebruikelijke meerprijs van 2.695 euro. En wie DVD met beeldschermen in de hoofdsteunen wil, betaalt tijdelijk 495 euro. Laat die Espace maar schuiven. De komst van de nieuwe diesels doen ‘m goed en de auto zal zijn leidende positie aan de top in ruimteland geen moment in gevaar zien komen. Toch zou het goed zijn dat de auto weer eens wat serieuze concurrentie krijgt. Die komt er aan in de vorm van de hagelnieuwe Ford Galaxy.
Bron : Autoweek.nl